Letterlijk betekent het woord tai (t’ai) “zeer groot”.
De term taiji (t’ai-chi) is ontleend aan een begrip uit de Chinese filosofie. Het staat voor het allereerste beginsel. De energetische principes, yin en yang, die zich onder andere manifesteren als vrouwelijk en mannelijk, donker en licht, komen eruit voort. Deze principes zijn tegengesteld en tegelijkertijd complementair: ze scheppen elkaar, houden elkaar in stand en doen in hun continue wisselwerking ook al het bestaande ontstaan.
Quan (ch’uan) betekent vuist. Dit woord geeft aan dat taijiquan tot de martiale- ofwel gevechtskunsten behoort. Aspecten van aanval en verdediging zijn dan ook terug te vinden in de bewegingen.
Voor de beginnende beoefenaar van taijiquan gaat de aandacht in de eerste plaats uit naar het leren aarden. Dat wil zeggen dat hij/zij zich bewust wordt hoe de voeten contact met de grond maken, hoe zij het gewicht van het hele lichaam dragen. Vanuit de voeten kan dan de lichaamsstructuur worden opgebouwd. Dit schept een basis voor ontspanning van lichaam en geest.
Vervolgens wordt stapsgewijs de “solovorm” geleerd. Deze bestaat uit een reeks voorgeschreven cirkelvormige bewegingen die in elkaar overgaan, zodat er één vloeiende bewegingsstroom ontstaat. Het lichaamsgewicht verplaatst zich hierbij voortdurend van het ene been naar het andere, de benen zijn beurtelings leeg en vol, receptief en actief, en drukken hiermee de wisselwerking tussen yin en yang uit.
In de loop van de geschiedenis zijn op verschillende plaatsen verschillende stijlen en vormen ontwikkeld. Hierdoor ontstond een grote diversiteit van vormen die echter alle op dezelfde principes gebaseerd zijn.
De solovorm, ook wel vuistvorm genoemd, die bij Jos Zijlstra T.C.M. wordt aangeleerd, behoort tot de Yangstijl en is de korte vorm, ontwikkeld door Zheng Man-qing (Cheng Man-ch’ing) volgens de methode van Master Huang Sheng-Shyang.
De bewegingen worden langzaam uitgevoerd zodat de coördinatie van aandacht, adem en beweging optimaal kan zijn. Dit maakt dat taijiquan uitstijgt boven een zuiver lichaamsgerichte bewegingstechniek.
Het beoefenen van taijiquan is hierdoor veeleer een groeiproces waar men weliswaar een leven lang mee bezig kan zijn, maar waarvan elke stap, elke fase op zich, meer dan de moeite waard is beleefd te worden.
In het partnerwerk (tui shou) krijgt het martiale aspect van taijiquan meer aandacht. Het is een spel waarin twee partners op basis van de principes van taijiquan (ontspannen, aarden, meegeven, volgen) elkaar testen en elkaar oefenen in het steeds gevoeliger worden voor de bewegingen en de energie van de ander en van zichzelf.
De solo-oefening en het partnerwerk verhouden zich tot elkaar als yin en yang, twee aparte systemen die elkaar wederzijds beïnvloeden en versterken.
Meer informatie klik op “AANMELDEN”